Het oriënteren en navigeren op hemellichamen
Op het noordelijk halfrond komt de zon ‘op’ in het oosten en draait via het zuiden naar het westen om daar vervolgens ‘onder’ te gaan. Op het zuidelijk halfrond gebeurt bijna hetzelfde maar met 1 groot verschil. De zon komt ook ‘op’ in het oosten maar draait via het noorden naar het westen. Hoe dichter je bij de evenaar zit op 1 van de 2 halfronden is dit steeds lastiger waarneembaar. Op de evenaar zelf is het in theorie niet van toepassing omdat de zon hier loodrecht van oost naar west verplaatst.
Er zijn meerdere manieren om op de zon te oriënteren en navigeren maar berusten allemaal op hetzelfde principe, de stand van de zon. Een handig hulpmiddel om op de zon te kunnen oriënteren en navigeren is een normaal wijzerhorloge. Om er op het noordelijk halfrond achter te komen waar het zuiden is kun je de kleine wijzer van je horloge op de zon richten. Precies in het midden tussen de kleine wijzer en de 12 op de wijzerplaat geeft aan waar het zuiden is. Op het zuidelijk halfrond moet je de 12 op de wijzerplaat richting de zon houden en geeft het midden tussen de 12 en de kleine wijzer het noorden aan.
Een andere methode is de ‘stokmethode’ . Steek een stok in de grond en markeer de bovenkant van de schaduw met een steen. Wacht ca. een half uur en markeer de bovenkant van de schaduw weer met een steen. De lijn tussen de 2 stenen loopt van west(1e steen) naar oost (2e steen). Haaks hierop loopt de noord-zuidas waarbij de richting van de schaduw de noordkant aangeeft. Op het zuidelijk halfrond kun je deze methode ook gebruiken alleen dan is de noord-zuidas 180 graden gedraaid en geeft de richting van de schaduw het zuiden aan.
Als de maan goed zichtbaar is kun je ook oriënteren en navigeren op basis van de maan. De maan is alleen zichtbaar hij zich voor ons gezien boven de horizon bevindt en als het zonlicht reflecteert en daarmee zegt het dus iets over de positie van de zon. Op het noordelijk halfrond geeft de as tussen de bovenkant en onderkant van de belichtte zijde aan waar het zuiden is. Op het zuidelijk halfrond kun je op deze manier het noorden vinden.
Bij een vollemaan wordt het wat lastiger maar niet onmogelijk. Het kost wat tijd omdat je dan het hele pad van opkomst tot ondergang zou moeten volgen.
Als de volle maan op zijn hoogste punt is kun je een denkbeeldige lijn loodrecht naar de horizon trekken. Daar bevindt zich het zuiden. Op het zuidelijk halfrond kun je op deze manier het noorden vinden.
Bij een heldere hemel kun je ook gebruik maken van de sterren. Een belangrijke ster is de Alpha Ursae Minoris ook wel poolster of polaris genoemd. De poolster is onderdeel van het sterrenbeeld ‘kleine beer’.
Deze ster ligt het dichtstbij het verlengde van de aardas aan de noordelijke hemelpool en daardoor lijkt het vanuit ons gezien of alle andere sterren om de poolster heen draaien. Als je een loodrechte lijn vanaf de poolster naar de horizon trekt is dat bij benadering het geografische noorden.
De poolster is te vinden door de rechterzijde van de grote beer (steelpan) 5x omhoog te trekken.
Mocht de ‘grote beer’ onder de horizon zijn verdwenen kun je gebruik maken van het sterrenbeeld cassiopeia. Cassiopeia heeft de vorm van een W en staat ‘tegenover’ de grote beer aan de andere kant van de poolster. Als je het linker pootje van cassiopeia neemt en deze ‘rechtop’ zet wijst deze richting de poolster. Neem ongeveer 5x de lengte van dit stukje om bij de poolster uit te komen. Let wel, deze methode werkt enkel op het noordelijk halfrond. Het zuidelijk halfrond heeft op dit moment geen poolster.
Navigeren en Oriënteren d.m.v. hemellichamen wordt tijdens onze Kaart, Kompas & GPS Navigatie Cursus behandeld.