De hogere delen in Scandinavië herbergen een ecoregio die velen de toendra noemen. De Scandinavian Montane Birch Forest and Grasslands is een ecoregio dat valt onder de Alpine Tundra, 1 van de biomen gedefinieerd door het WWF.
De hogere delen in Scandinavië herbergen een ecoregio die velen de toendra noemen. De Scandinavian Montane Birch Forest and Grasslands is een ecoregio dat valt onder de Alpine Tundra, 1 van de biomen gedefinieerd door het WWF.
De ecoregio strekt zich uit over een lengte van ca. 1500/1600 km en heeft een oppervlakte nagenoeg gelijk aan Groot-Brittanië. Hier herbergen Europa’s grootste gletschers en tevens de grootste hoogvlakte van ons continent, de Hardangavidda (8000 km²). Omdat deze ecoregio grofweg Noord/Zuid georiënteerd ligt, mn. in Noorwegen, vormt deze ecoregio ook een natuurlijke barrière tussen de Scandinavian coastal conifer forest aan de westzijde en de Scandinavische en Russische Taiga aan de oostzijde. De westzijde van deze ecoregio is dan ook veel natter dan de oostzijde omdat veel opkomende storingen vanuit het westen hun neerslag laten vallen als het landschap de hoogte in gaat.
Scandinavian montane birch forest and grasslands
De vegetatie is in deze ecoregio onderverdeeld in grofweg 3 vegetatiegordels. Hogerop vindt je rotsen en ijs/sneeuw waarbij er enkel wat mossen en lichens groeien. Hier is dan ook geen aaneengesloten plantendek te vinden. Iets lager vindt je de grassen en schijngrassen gecombineerd met kleine meertjes en hoogveen. Daaronder in de zgn. onderste alpiene zone vindt je bijv. de wilgen, dwergberken, jeneverbes en heide.
Meertjes met hoogveen en grassen
De boomgrens in Scandinavië wordt bijna altijd begrensd door een rijtje berkenbos. De Betula pubescens ssp. czerepanovii, ook wel fjellberk genoemd is de meest dominante boom in deze gordel. Witte elsen, Ratelpopulieren en boswilgen komen hier in bepertke aantallen ook voor. Onder deze bomen groeit vaak blauwe bosbes (blåbær), rode bosbes (tyttebær) en kraaiheide als de bodem wat schaars is. Bovenop waar veel minder begroeiing aanwezig is, is het dus lastiger om evt. vuur te maken. Simpelweg door het gebrek aan brandhout en de extremere condities. Door af te dalen tot aan de boomgrens kun je je verzekeren van het vinden van goed brandbaar hout (berk) en beschutting. Waarbij de bast van de berk gebruikt kan worden om vuur te maken.
Hier is goed te zien dat de Fjellberk de boomgrens markeert
De fauna in deze ecoregio is ondanks het grillige landschap en soms wat extremer klimaat toch nog verrassend talrijk. Verschillende soorten dieren die in grote delen van Europa niet (meer) voorkomen zijn hier wel te vinden. Rendieren, Lynxen, Veelvraten, Wolven, Lemmingen en de Poolvos zijn oa. zoogdiersoorten die je hier kunt aantreffen. De Alpensneeuwhoen, Giervalk, Sneeuwuil, Steenarend en de Raaf zijn een greep uit de vogels die daar leven. Veel van deze diersoorten kunnen zich goed aanpassen aan de extreme omstandigheden die met name in de winter in deze regio voorkomen.
Hardangervidda in de nacht bij Skaupsjøen / Hardangerjøkulen
Hardangervidda overdag bij Skaupsjøen / Hardangerjøkulen